Cilinder met blokkeerrem DFLC
Profielcilinder met voorgeschakelde blokkeerrem voor opgaven bij veiligheidsschakelaars.
- Combinatie van blokkeerrem en normcilinder baserend op ISO 15552
- Stopfunctie: stoppen van de zuigerstang d.m.v. klemmen met frictiewerking
- Noodremfunctie: stopzetten van de beweging van de zuigerstang door klemmen met frictiewerking
- Veiligheidsonderdeel conform machinerichtlijn 2006/42/EG en volgens de betreffende normen gecontroleerd en gecertificeerd.
- Optioneel: hoge corrosiebescherming, varianten conform EU Ex-richtlijn (ATEX)
- Voor positieherkenning
Kenmerken
Blokkeerremmen worden in het algemeen gebruikt om een beweging dynamisch af te remmen of om te voorkomen dat ronde stangen van verschillende lengtes in een willekeurige positie in werking treden. De dubbelwerkende cilinders met houdrem DFLC/G kunnen de zuigerstang afremmen of vastklemmen. Tijdens het klemmen wordt de zuigerstang stevig vergrendeld, zodat het uitoefenen van een externe kracht geen relatieve beweging veroorzaakt. Een stang kan op elke positie van de slag worden vergrendeld, zowel in de eindposities als in de tussenposities. Dit biedt bescherming in geval van een drukstoring en beveiligt de zuigerstang tijdens tussenstops voor procesbewerkingen.
- De klemkracht wordt vrijgegeven wanneer perslucht aan de houdrem wordt toegevoerd
- Statische houdkracht tot 17000 N
- De cilinders met houdrem zijn gebaseerd op ISO 15552 (voorheen ook VDMA 24562, ISO 6431, NF E49 003.1, UNI 10290)
Notitie
De cilinders met blokkeerrem DFLC/G-...-S zijn een veiligheidsvoorziening zoals gedefinieerd in de Machinerichtlijn 2006/42/EC en zijn getest en gecertificeerd volgens de relevante normen.
De cilinders met blokkeerrem DFLC/G-...-EX4-S zijn geschikt voor gebruik in ATEX-zones in "statische houdstand".
Mogelijke veiligheidsfuncties:
- Vasthoudfunctie: vasthouden van de zuigerstang door klemming met wrijvingsvergrendeling
- Noodremfunctie: stoppen van de beweging van de zuigerstang door klemming met wrijvingsvergrendeling De veiligheidsfuncties worden in werking gesteld door het uitschakelen van de persluchttoevoer of door het uitvallen van de persluchttoevoer.